Fraudeurs slaan in deze periodes hun slag, omdat veel mensen op zoek zijn naar koopjes. ‘Waar vraag naar is, daar speelt de fraudeur op in’, legt Van der Linden uit. ‘Ze lokken slachtoffers met hoge kortingen op populaire artikelen. Zo komen slachtoffers terecht op een nepwebshop waar ze goedkope producten denken te kopen die ze daarna nooit ontvangen.’
Gedupeerden
In 2023 deden mensen meer dan 40.000 keer aangifte van aan- en verkoopfraude. Hiervan gingen 16.000 aangiftes specifiek over webwinkels. Voor 2024 is de verwachting dat dit aantal oploopt naar ruim 45.000 aangiftes, waarvan zo’n 20.000 verband houden met nepwebwinkels. Niet alle slachtoffers doen aangifte. Ze doen vaak geen aangifte vanwege schaamte, omdat ze het de moeite niet waard vinden nu ze maar heel weinig geld hebben verloren, ze hebben geen vertrouwen in de politie of het melden is te ingewikkeld. Dit betekent dat het werkelijke aantal gedupeerden veel hoger ligt. ‘Als we alle niet gemelde gevallen meetellen, kunnen we het aantal slachtoffers met vier vermenigvuldigen', schat Van der Linden.
Preventie
De politie pakt aan- en verkoopfraude op verschillende manieren aan. ‘Wij hebben drie hoofdtaken: preventie, verstoring en opsporing', legt Van der Linden uit. ‘Samen met onze partners richten we ons nu vooral op preventie. We roepen daarom consumenten op alert te zijn. Want als ze eenmaal hebben betaald, kunnen wij hun geld eigenlijk niet terugkrijgen. Dit kan in sommige gevallen alleen als de betaalproviders de fraudeur nog niet heeft uitbetaald. Let dus goed op de reviews, zoek naar contactinformatie en controleer of de prijzen realistisch zijn. Als een aanbieding te mooi is om waar te zijn, dan is dat waarschijnlijk ook zo.’
Opsporing en verstoring
Van der Linden vertelt dat de fraudeurs steeds vaker gebruikmaken van buitenlandse betaalproviders. ‘Dit maakt opsporing lastiger, omdat we vaak rechtshulpverzoeken naar het buitenland moeten sturen. Dat levert Langdurige vertraging op omdat we afhankelijk zijn van buitenlandse politiekorpsen die eigen prioriteiten hebben gesteld.’
In Nederland verloopt de opsporing volgens Van der Linden makkelijker, maar ligt de focus vooral op het verstoren van fraude. ‘Je kunt via politie.nl melding doen van aan- of verkoopfraude. Daar leggen we ook uit hoe je een nepwebshop kunt herkennen. De melding komt vervolgens bij een webwinkelonderzoeker van de politie terecht. Die controleert of de webwinkel strafbare feiten pleegt.’
Offline halen
Als er geoordeeld wordt dat een site nep is, wordt er een melding gestuurd naar de hostingpartij van de site (deze heeft de site in de eerste instantie online gezet). ‘Wij doen een verzoek om de site offline te halen. Daarnaast melden wij de site op politie.nl zodat iedereen kan zien dat het een nepwebshop is’, legt Van der Linden uit.
Er zijn twee “lijsten" op politie.nl. De eerste is check de verkoper. Hier zie je of er meldingen zijn tegen een rekeningnummer, mailadres, telefoonnummer en domeinnaam. De tweede lijst is de ‘malafide lijst’. Hier staan online webwinkels op die als nep zijn beoordeeld. ‘Deze lijst wordt periodiek opgeschoond: webwinkels die offline zijn gehaald door de host, verwijderen we dan', zegt Van der Linden.
Onvindbaar
Daarnaast kan Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) de domeinnamen van nepwebshops die eindigen op .nl onvindbaar maken op internet. De samenwerking met SIDN breiden we verder uit: het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting (LMIO) wordt aangemerkt als Trusted Flagger (betrouwbare partner). Dit betekent dat SIDN op ons verzoek domeinnamen die eindigen op .nl direct onvindbaar maakt.
Samenwerking
De Autoriteit Consument & Markt (ACM), de Consumentenbond, het Europees Consumenten Centrum (ECC), de Fraudehelpdesk en het Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO) van de politie trekken jaarlijks samen op in de campagne tegen oplichting en misleiding door webshops: ‘Eerst checken, dan bestellen’. De consumentenorganisaties doen eigen en gezamenlijke acties.